2018 is een slecht jaar voor hooikoortspatiënten.
Bron: Artikel in de Volkskrant – 15-07-2018
Last van betraande ogen en niesaanvallen? U bent niet de enige: 2018 ontwikkelt zich tot een bijzonder hardnekkig hooikoortsseizoen. Vier boosdoeners op een rij.
Een late vorstperiode, een warm voorjaar en aanhoudende droogte met regelmatige oostenwind. De voorzomer van 2018 ontwikkelt zich als het perfecte pollenseizoen. En waar pollen verschijnen, is hooikoorts nooit ver weg. Een belangrijke oorzaak is de langdurige droogte. Normaal gesproken zorgen regenbuien ervoor dat de lucht wordt schoongespoeld, maar nu blijven de pollen die de hooikoortsklachten veroorzaken langdurig rondzweven in de atmosfeer.
Daar komt bij dat een deel van de pollen in een zeer korte periode vrijkwam. De late vorstperiode in februari en het ijzige weer in de laatste twee weken van maart leidden tot een vertraging in de natuur, waardoor begin april een scherpe piek in het aantal berkenpollen zat – een van de belangrijkste veroorzakers van hooikoortsklachten. Gemiddeld worden in de eerste weken van april zo’n honderd pollen per kubieke meter lucht gemeten, nu waren dat er 240. Er zijn honderden planten waarvan de pollen die hooikoortsklachten kunnen veroorzaken, maar het seizoen – zowel dit jaar als algemeen – laat zich met een handjevol soorten verklaren.
1. April: scherpe piek berkenpollen
Het hooikoortsseizoen begint als de berk uitloopt. Normaal gesproken gebeurt dat half maart, waarna de hoeveelheid pollen geleidelijk oploopt tot de eerste weken van april. Door het late winterweer begonnen de bomen dit jaar later, waardoor de piek in april scherper en hoger was dan gebruikelijk vertelt klinisch chemicus Mieke Koenders van het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond. Het ziekenhuis telt sinds 1969 pollen van 41 verschillende bomen, grassen en kruiden. De absolute piek lag op 12 april, toen vanaf het dak van het ziekenhuis meer dan 1200 berkenpollen per kubieke meter lucht werden geteld.
Diezelfde piek is te zien in het aantal mensen dat met hooikoortsklachten naar de huisarts ging. In de cijfers, die worden bijgehouden door onderzoeksinstituut Nivel, schiet het aantal mensen met klachten in april omhoog naar 150 per 100.000, meer dan twee keer zo hoog als normaal.
De late winter is niet de enige verklaring voor de hoge pollendruk, vertelt botanicus Maurice Martens, verbonden aan website Pollennieuws.nl. Het aantal pollen in de lucht hangt samen met het weer in het voorgaande voorjaar. Op dat moment worden namelijk de katjes gevormd die nu voor de pollen zorgen. Als het een zacht voorjaar is (en dat was het in 2017), groeien er meer katjes, en meer katjes betekent meer pollen.
2. Mei: gras spoelt niet weg
Halverwege mei, als de meeste bomen en struiken zijn uitgebloeid, begint het gras. De bloeiperiode van de grassen valt dit jaar precies samen met het aanhoudende droge weer en dat betekent dat de pollenkorrels die in de lucht komen niet worden uitgespoeld door de regen. In de week van 28 mei leidde dat tot de jaarlijkse piek in het aantal klachten bij de huisarts: 224 personen per 100.000 inwoners.
Volgens onderzoekster Mariëtte Hooiveld van Nivel is dat getal vooral bedoeld om een trend te laten zien. De meeste mensen gaan niet met hun klachten naar de huisarts verschijnen dus nooit in de statistieken.
3. Juli: opmars van de bijvoet
Als begin juli het gras is uitgebloeid, komt bijvoet, een kruid dat zich prima thuisvoelt op braakliggende landjes en onbeheerde grond. Bijvoet (Artemisia vulgaris) wordt in de telling van het Elkerliek Ziekenhuis geclassificeerd als sterk allergeen.
Mieke Koenders, die in het ziekenhuis leiding geeft aan de pollentelling, illustreert hoe zeer omgevingsfactoren van invloed kunnen zijn op de pollendruk: ‘Er lag hier in de buurt een stuk braakliggend terrein waar aan het begin van deze eeuw een nieuwbouwwijk is gekomen. Dat zag je ogenblikkelijk terug in de telling.’
Koenders omschrijft de pollenteller op het dak van het ziekenhuis als ‘een soort stofzuiger.’ Aangezogen lucht wordt in het apparaat langs een geprepareerde vaselinerol geleid. Een team van vier analisten telt en classificeert daarna de pollen die in de vaseline zijn blijven kleven.
4. Augustus/september: nieuwkomer alsemambrosia slaat toe
In de jaren twintig van de vorige eeuw was in Barcelona ineens een heftige hooikoortsuitbraak, veroorzaakt door alsemambrosia, waarvan de zaden waren meegekomen op graanschepen uit de Verenigde Staten, vertelt Maurice Martens. Inmiddels rukt de invasieve exoot langzaam op richting het noorden en daarnaast lijkt de soort het opvallend goed te doen in Oekraïne. Als eind augustus, begin september, tijdens de bloeiperiode van de plant, de wind uit het oosten of zuiden waait, komen de pollen vanzelf deze kant op.
‘Bij oostenwind zie je sowieso het aantal pollen toenemen’, zegt Martens. ‘In het grensgebied van Duitsland, Tsjechië en Polen heb je uitgestrekte naaldbossen. Als de wind op het juiste moment uit die hoek komt, zit je hier met hooikoorts.’